• Nog niet zo lang geleden Heerschap, de slavernij bestond toen al niet meer, hebben we een wereldoorlog gehad waarin wederom mensen met tienduizenden tegelijk vermoord werden, en voor sommigen protestanten was het geen enkel probleem om een jood aan te geven bij de Duitsers want de joden waren tenslotte verantwoordelijk voor de dood van hun Jezus.

    In het koude Rusland werd de democratie en godsdienst verboden en geheel automatisch ontstond er een andere godsdienst, het marxisme, en een ieder die het niet aanhing werd om zeep geholpen.

    Kijk nu eens naar wat de laatste nieuwe godsdienst ons brengt, uit naam van hun god worden aanslagen gepleegd, worden mensen opgehangen, en worden steden platgebrand met chemische stoffen.

    Hebben wij er ondertussen wat van geleerd ?

    Dat zou je hopen, maar niets is minder waar.

    De voormalige president van het machtigste land ter wereld roept met leugens en bedrog de wereld bijeen en denkt zijn economische drama’s te kunnen redden met de volgende oorlog.

    Een land wordt zo goed als vernietigd achtergelaten en de bevolking is armer dan ooit.

    De ene leugen werd op de ander gestapeld, de president riep in volle kerken en vergaderingen, en onze vorstenhuizen volgden hem, de regeringen knikte, “god zegene U !”, met de hand op de bijbel.

    Zo Heerschap wordt de wereld geregeerd, door een gefantaseerde god die als afgodsbeeld meegesjouwd wordt naar ieder slagveld wat men aanricht ter wille van de economische belangen.

    Mensen schelden elkaar uit, men maakt wetten tegen racisme, men slaat terug, en maakt weer nieuwe wetten, en ieder geloof maakt op zijn tijd een bonte verzameling van geweld en slachtingen.

    Katholieken schelden naar protestanten, protestanten naar islamieten, en islamieten naar joden, en allemaal schreeuwen ze nog harder naar de atheïst; heiden !

     

    ‘Jij gelooft dus niet in het scheppingsverhaal en gelooft eerder in Darwin ? je bent dus eigenlijk Atheïst ?’

    ‘Nee Heerschap, dat zeg ik niet, ik geloof niet zozeer in Darwin, ik geloof in een hogere macht, ik ben daarmee geen Atheist, nee.

    Ik ben Paradist Heerschap, haha!’

    ‘Paradist ?’

    ‘Ja, een Paradist.’

    ‘Wat is een Paradist dan wel, of heb je een glaasje rhum teveel genuttigd ?’

    ‘Welnee beste Heerschap, ik lust nog wel een glaasje, maar ehh, een paradist is iemand uit het paradijs, en een paradist houd van iedereen, gelooft in vrede, houd niet van geweld maar alleen van liefde.’

    ‘En daarom wil je niet met me mee varen naar de oude wereld’ zegt Heerschap nors.

    ‘Onder alle andere voorwendselen zou ik het een groot genot vinden om te zeilen op zo’n majestueus en elegant schip, maar juist daarom wil ik dat niet, ik blijf hier.

    Vertel dat maar aan alle mensen in uw kabinet, op uw scholen, in uw kerken, en in de straten; “een paradist is iemand die gelooft in de liefde, en door de liefde is er tolerantie, en door de tolerantie is er begrip, en door begrip is er weer de liefde” ’

    Heerschap zucht eens diep, staat op en loopt op blote voeten naar de sloep die een eindje verder ligt te wachten.

    ‘Uw schoenen Heerschap, U vergeet Uw schoenen’ roep ik terwijl ik hem naloop met twee glanzend zwarte hoge schoenen vol met maagdelijk wit zand in mijn hand.

    Heerschap reageert niet, hij stapt in de sloep en maant zijn knapen de riemen ter hand te nemen.

    ‘Heerschap’ roep ik nogmaals naar de wegvarende sloep ‘Heerschap!’ ik houd de schoenen hoog boven m’n hoofd.

    ‘Weet je cees, het is maar goed dat er vliegtuigen zijn’, buldert de zware stem van Heerschap over de helder blauwe zee, ‘ik breng dit vermalijde schip terug en kom mijn schoenen halen.’

     

    Met een glimlach keer ik terug naar het tafeltje waar nog een halfvol glas met planteur staat, een rietje rolt er vredig naast heen en weer, net hoe de wind het blazen kan.

    Ik zet de schoenen van Heerschap naast het tafeltje en loop het straatje uit, blij, opgelucht, de schelmen komen me lachend tegemoet.

    In hun ogen zie ik iets vreemds, iets wat ik gezien heb in de spiegel, toen ik mezelf eens bekijken wilde na dat ziekenhuisbezoek.

    In mijn ogen twinkelde een ster, een vrijheidsster, verlost van angsten en haatpredikanten, verlost van dromen en bedrog.

    Alleen de liefde overwint.

    De schelmen grijpen me beet, ze sleuren me het water in, en roepen, schreeuwen, maar iedereen weet dat we nog een lange weg te gaan hebben.

    Mijn hoofdwond bijt dan misschien een beetje door het zoute zeewater, maar hun wonden zullen nog heel lang pijn doen, misschien nog wel weer een eeuw.

     

     


    votre commentaire
  • ‘dat ga ik proberen, en ik vraag niet of het mag, ik doe het gewoon.’

    ‘Vertel op, je zit op kolen’

    ‘De wereld bestond in de oudheid uit meerdere delen dan men geloven wil, dat wil zeggen, men denkt nog steeds dat de bijbelse geschiedenis de enige was in die tijd maar dat is toch immers achterhaald.

    De Chinese oudheid is zeker net zo oud als de bijbelse en de Zuid-Amerikaanse oudheid is ook ouder dan men altijd placht te denken.

    ‘Wat heeft dat nu met de slavernij te maken ?’ onderbreekt Heerschap het verhaal.

    ‘Ik wil daarmee zeggen Heerschap, men denkt het alleenrecht te hebben op een god of godsdienst maar dat kan dus helemaal niet, alleen, de van oorsprong bijbelse godsdienst lijkt terrein te hebben gewonnen in ieder conflict wat er elders op de wereld was.

    Kijk nu eens naar wat er gebeurde, men leest de verhalen in het oude testament, wat overigens bol staat van oorlogen en geweld, zodra we te maken krijgen met een op machtbeluste heerser wordt er door god ingesprongen, althans, zo vertelt ons de overlevering.

    Elke koning in de bijbelse geschiedenis kent zijn gruweldaden of ten goede van het volk, of ten kwade, en altijd onder hun goden goedertierenheid.

    Daar kwam verandering in, ook toen stond de wetenschap niet stil en de eerste weifelende ideeën kwamen tevoorschijn in het openbare leven, de Romeinen gingen rotzooi schoppen in het zo vredige rustige bestaan van de bevolking van Judea.

    Er kwam tweespraak, er ontstond een ontwrichting van de maatschappij en zie daar, er werd een kindje geboren in bethlehems stal, de redder van de traditionele godsdienst, de redder van de politiek, tweeduizend en nog wat jaartjes geleden.’

    ‘Ga door.’ en Heerschap lurkt aan het rietje in zijn glas planteur.

    ‘We krijgen echter al spoedig een probleem, nog voor de zoon van de timmerman sterft, is er een kloof van ellende en ontwrichting ontstaan tussen zijn aanhangers van het nieuwe geloof, en de joden die de Romeinen aanhangig waren en die er ondertussen alles aandoen om het ontstane nieuwe christendom af te slachten.

    We kennen de geschiedenis allemaal, het is mooi opgetekend in praktisch alle talen die er op de wereld bestaan.

    Ter zelfde tijd ontwikkeld de regio zich enorm, nergens is er sprake van de Chinezen en Zuid-Amerikanen waar ongetwijfeld dezelfde machtsspelen door het draaiboek gaan daar ook de inca’s volledig zijn uitgeroeid, maar de achterban van de zoon van de timmerman timmert flink aan de weg, en de tegenhangers ook.

    Dit werelddeel ontwikkelt zich enorm, en zie daar, uit onvrede, zoals ook uit onvrede de timmermanszoon “geboren” werd, ontstaat er kort bij de stal van bethlehem een ander geloof, gegrondvest op dezelfde oude verhalen, de zelfde overlevering, alleen men gebruikt andere definities voor het woord god; zoals de joden het jaweh noemen, wordt de nieuwe aanwinst Allah genoemd.

    Er is één groot verschil Heerschap, één héél groot verschil tussen de christenen, de joden, en de islamieten.

    ‘Ik zit te springen’

    ‘Alleen de christenen erkennen het verhaal van Noach en zijn dronkenschap met de daaruit voortgekomen discriminatie van de zwarten.

    Noch bij de joden, noch bij de islamieten is er sprake van de vervloeking van kanaän.’

    ‘Je gaat erg snel, ik kan je niet volgen.’

    ‘Ik kom daar straks op terug, wacht nog even.’

    ‘Je bedoelt dus min of meer dat een geloof wordt gebruikt, of ontstaat uit verlangen, om ergens in te geloven, en dan wordt gebruikt om beslissingen vrij te waren van schuld, of om situaties onder controle te krijgen ?’ vraagt Heerschap.

    ‘Maar natuurlijk Heerschap, zelfs vandaag komen er nog weer nieuwe geloven bij, omdat ze een verlangen hebben in “iets” wat men bij de huidige kerk niet vinden kan.

    In de grote stad waar ik op school zat liep iemand met een kleed en predikte overal in de stad dat hij Jezus was, overigens niet erg handig van hem.’

    ‘Wat niet ?’

    ‘Dat hij riep dat hij Jezus was, hij had veel beter een andere naam kunnen kiezen, Jemanda of zo, of hoe heten die sekteleiders die in Amerika honderden mensen gegijzeld houden.

    De naam van Jezus herbruiken is niet slim, niemand geloofde natuurlijk dat hij Jezus was.’

     

    ‘Je zegt nogal wat.’

    ‘Heerschap, wat ik niet kan en wil geloven, en wat me door kennis en studie geleerd is, is dat de mensheid al door de lengte van dagen heen bezig is de een uit te buiten tegen de ander.

    Dat gebeurde in de bijbelse verhalen, het gebeurde in de middeleeuwen, in de gouden eeuw, en het gebeurd nog steeds, zelfs de grote regeringsleiders doen er gretig aan mee.

    We halen mensen uit lage lonenlanden, we douwen ze in woonwijken waar geen hond meer wonen wil, en ze doen het werk wat wij niet meer willen doen.

    Zo gaat het toch ?

    Wat zijn ze god toch goed gezind.

    In de zestiende eeuw waren ze in het zuiden van Europa de joden spuugzat, en werden honderdduizenden vermoord door de christenen, alles onder het voorwendsel van de goedheid des heeren.

    Niet ver van die tijd weten we van de geschiedenis van de protestanten en de katholieken die elkaar om zeep hielpen, ook weer in gods genade zoals men zei.

    Maar er was niet alleen maar oorlog en ellende, er waren ook enerverende tijden.

    De handel bijvoorbeeld Heerschap, strekte zich verder en verder uit, en we ontdekte nieuwe kansen, een betere levensstandaard.

    Maar, er moest flink voor gevaren worden en dat was duur.

    Men ontdekte de wereld, men ontdekte Amerika en Zuid-Amerika met al de landen en eilanden die zich tussen Europa en de verre oost bevonden, en gebruikte de eilanden zoals Martinique voor de bevoorrading van het schip, en later om er handelskantoren op te zetten, te gaan wonen, en vergeet niet, de suikerindustrie op te zetten.

    Ze werden rijker en rijker, en de oorspronkelijke bewoners konden maar een ding, de ruggen buigen voor de gesel.

    Wie waren de oorspronkelijke bewoners eigenlijk, wie waren zij, deze zwarte mensen die hun taal niet spraken ?  

    Nou, daar hadden ze al veel eerder iets op gevonden, en dat kwam wederom goed uit.

    Luistert U nog Heerschap, nu kom ik terug op dat grote verschil.’

    Heerschap knikt.

    ‘Al tijdens de ontboezemingen van de eerste bijbelvertalingen die al of niet op schrift werden gezet, werd ervan uitgegaan dat Cham een van  Noach’s zonen die geen genade kende in de ogen van hun god, de heidense voorvader is van de mensen met een donkere huid.

    ‘Maar dat is toch belachelijk ?’ roept Heerschap.

    ‘Dat denkt U Heerschap, maar het staat in de bijbel !

    In Genesis negen, vers vijfentwintig tot zevenentwintig staat de tekst dat de zonen van kanaän, dus de kleinkinderen van noach, vervloekt zullen worden, “kanaän zal een knecht van zijn broers zijn” staat er letterlijk geschreven’

    ‘En dat is dus de reden dat de blanken hun als slaven verhandelden ?’

    ‘Heerschap, een normaal mens zou er van in de broek pissen van de lach, maar heelaas ja, het was en is nog steeds de reden voor veel mensen te denken dat ze boven de zwarten staan.’

    ‘Maar wat gebeurde er dan precies ? ik kan mijn luitenant vragen de bijbel te gaan halen op het schip, het staat boven de kooi, ik lees er elke avond in’ Heerschap wijst naar de sloep die een eindje verder ligt.

    ‘Nee dat hoeft niet, ik kan het U vertellen.

    Noach land met zijn schip na de zondvloed op de vaste grond en gaat een akker aanleggen, een wijnakker.

    Op een dag ligt Noach dronken en naakt in de akker, en wordt gevonden door zijn zoon Cham, die hem bespot “kijk hier eens liggen, de moraalridder”.

    Haha !’

    ‘Waarom lach je ?’

    ‘Nou Heerschap, dat is toch bizar, ik bedenk me zojuist waarom juist ik hier op de Caraïben zit.

    Vroeger, toen ik een kleine jongen was werd er iedere zondag kerk gehouden door mijn vader, mijn ouders waren zeer godsdienstig.

    Maar al snel was er in mijn ogen van gezag geen sprake, mijn vader dwong ons netjes gekleed te gaan, de zondag te respecteren, maar zelf wist hij de scheve schaatsen nogal te berijden.

    Op een zondag kwam hij dronken thuis en toen hij me gebood de bijbel aan te geven heb ik hem met dit boek op zijn hoofd geslagen.

    Ik vluchtte het bos in, nou ja, voor een poosje dan, ik kreeg honger en ging weer terug naar huis.

    ‘Wat deed je vader ?’

    ‘Ik weet het niet, hij zei niets, maar waarschijnlijk hetzelfde als moraalridder Noach, de ketel verwijten dat hij zwart ziet.

    En zie nu, zit ik hier bij baraque obama aan de rhum!, haha’

    ‘En al deze mooie mensen hier, zijn dus de nakomelingen van Cham?’ 

    ‘Nee Heerschap, dat is nu het gekke, het is de zóón van Cham die vervloekt wordt.

     Voor de kenners is het niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk is de reden dat het verhaal moet passen.’

    ‘Wat bedoel je “het moet passen” ?’

    ‘Wel Heerschap, zoals men wel na kan gaan zijn de eerste bijbelboeken pas later opgetekend, hoeveel later dat weet men niet maar het is wel duidelijk dat niet vanaf “den beginne” men ook is gaan schrijven.

    Misschien heeft men getekend, dat deden de Grieken en Romeinen immers ook, en ook de Inca’s en Chinezen hebben hun eerste jaren opgetekend in steen, in grotten.

    Stel nu dat men pas veel later is gaan schrijven, pas toen het al reeds duidelijk was wie het onderspit zou gaan delven, pas toen het al duidelijk was dat kanaän in de weg stond, dan kun je toch makkelijk de verhaallijn zo opstellen dat het juist kanaän moet zijn die de foute boef uithangt, niet ?’

    ‘Waarom denk je dat ?’ Heerschap trommelt met zijn vingers op het gammele tafeltje.

    ‘Omdat Heerschap, er ook in het boek staat geschreven “laat de kindekes tot mij komen”, en “de hemel is oneindig groot”, en dan gaat het er bij mij niet in dat er bij voorbaat al een hele stam met mensen, de ontelbare zwarten, en denk daarbij dat er veel meer zwarten zijn dan blanken’ dat deze de toegang tot de hemel bij voorbaat is ontzegd!’

    Heerschap draait zijn lege glas ongeduldig heen en weer.

     

    ‘Slavernij bestond al veel langer Heerschap, de Egyptenaren hielden de joden als slaven, de Arabieren de Indiërs, zelfs de blanken waren het slachtoffer van slavernij als straf opdat ze niet die godsdienst bezaten die hun meester wel aanhing.

    En toen, terwijl deze schepen hun ladingen inhaalde werd er door de admiraliteiten en door koningen, door heersers en door kabinetten, terug gezien op de geschiedenis van noach’s zoon, en ja, ze waren heidenen in hun ogen, dus slavernij was toegestaan.

    Er werden plantages opgezet, er waren nog meer mensen nodig, en er werden nog meer slaven geïmporteerd en geëxporteerd, alles ten goede van de economie en onder toeziend oog van dominee en kardinaal, met de hand op de bijbel.

    Domweg, het mocht.

    Het mocht omdat de bijbel het toestond.

    De “foute” kleinkinderen van Noach zouden verhuisd zijn naar het land Kus of wel Koesj genoemd in de Hebreeuwse heilige literatuur.

    Kus zou een Afrikaans land moeten zijn maar het is een onduidelijke warboel van verhalen welk land precies.

    De vrouw van Mozes, Sipora, is met zekerheid een donkere vrouw geweest, maar ehhh, als je de bijbeluitleg leest van verschillende predikanten dan zul je lezen hoe druk men bezig is deze waarheid te verhullen in een wolk van verhalen.

    Ik heb zelfs een bijbeluitleg gelezen waarin een pastoor durft te beweren dat het uitverkoren volk van Israel niet de Israëlieten zijn maar de blanken in Europa.'

     

     

     

     


    votre commentaire
  • Het grote schip van de admiraliteit ligt in de blinkende blauwe zee rustig te deinen op de lome golven, het water is zo helder dat je de kielbalk ziet waar achter het roer in zijn koning hangt.

    Mosselen en andere schelpjes hebben zich aan de huid van het schip vast geplakt en gaan mee met iedere zeereis die schip en bemanning maakt.

    Enkele mooie gekleurde vissen zwemmen rond het schip en een grote schildpad hapt soms naar de baard die aan het roerblad hangt.

    De zeilen zijn geborgen, de ra staat ten zuider en de scheepsjongens liggen te luieren in het kluivernet.

    De brassen hangen opgerold op de steken aan de masten, en hier en daar loopt water van de dekschrobbers door de spuigaten.

    Vanuit de bak komen geluiden van lachende mensen en klinkt een accordeon met vrolijke muziek.

     

    Ik loop met Heerschap door de vloedlijn van de kleine sloep naar het terras van Baraque Obama, waar Patrick, de grote donkere kok al bezig is zijn beste varkensribben te grillen op een mooi vuur.

    ‘Ik noem U Heerschap opdat ik geen andere naam kan vinden in deze tijd Heerschap, en ik denk dat het een mooie naam is, vind U niet ?’

    Heerschap knikt tevreden en lijkt enigszins wat last te hebben van de warmte in zijn mooie kostuum.

    ‘U bent geen koning en geen minister, geen ambassadeur of admiraal, maar ook weer niet zomaar iemand weet U.

    U bent een personage, een figurant, een heerschap, Heerschap’ leg ik Heerschap uit.

    Heerschap knikt en zegt ‘wat is dat toch met jou dat je zo graag hier bent, waarom altijd pen en logboek bij de hand, is dit land soms beter dan de schoonheid in Europa ? hé ?’ zegt hij enigszins geïrriteerd door zijn beknellende boord en waarschijnlijk ook zijn mooi gepoetste schoenen die ondertussen boordenvol moeten zitten met maagdelijk wit zand.

    ‘Ik hou van deze mensen Heerschap, van hun cultuur, van hun eenvoud.’

    Heerschap bromt en zegt, ‘Wat hebben deze mensen dan wat wij niet hebben ?’

    ‘Heerschap, wat deze mensen hebben is de lust om te leven, de moed om te lachen, en de geest om lief te hebben.

    Buiten dat hebben ze een traan op het kussen liggen waarvoor wij verantwoordelijk zijn, een traan die symboliseert aan de slavernij die miljoenen mensen hebben moeten ondergaan.

    Die traan op het kussen symboliseert de honderdduizenden slaven die tijdens de overtocht op het schip stierven en als rottend vlees overboord werden gekieperd.

    Die traan op het kussen symboliseert de vele geselingen die men kreeg, de mensonterende situaties waarin men leven en werken moest.

    Die traan op het kussen mijn beste Heerschap, symboliseert dat we nooit een woord vuil hebben gemaakt over de slavernij, we hebben het afgedaan als een verhaal, we hebben gezegd dit nooit weer, we hebben het gedocumenteerd, er verslagen van geschreven, maar we hebben een ding vergeten Heerschap.

    Die traan op het kussen is er een opdat er nooit over gesproken is, het is nog altijd een taboe.’

    Heerschap knikt ‘en wat schrijf je nu dan ? dat het allemaal onze schuld is ?’


    votre commentaire
  • Kijk goed naar de mensen, ze dansen allemaal hetzelfde ritme.


    2 commentaires
  • ‘Ik reed op de weg, toen was er een klap en ik denk dat de panda toen struikelde.’

    ‘Struikelde ?’ vraagt de dokter me.

    Ik lig op een brancard te wachten in het ziekenhuis van Trinité tot de verdoving gaat werken en ze kunnen beginnen met de werkzaamheden op mijn schedel die ondertussen gedeeltelijk is ontdaan van de vacht.

    ‘Ja zoiets ja', hoe leg ik het anders uit, er was een gat in de weg en de panda viel daar in, en stond toen overeind, met zijn kont omhoog.’

    De politieman vind alles best wat ik zeg en schrijft het op, waarschijnlijk flikkert hij alles toch weer weg dus wat maakt het verhaal eigenlijk uit.

    Dat een blanke met een gloednieuwe panda in een gat rijd, niet hard, niets gaat hier hard of snel, alleen het legen van je Rhumglas, de rest gaat langzaam.

    Op de snelweg rijden mensen dertig kilometer per uur, want er staat een camera van de politie en je mag maar zeventig.

    Enorme files strekken zich uit van noord tot zuid omdat er op een negentig-kilometer-weg een camera staat en gaan ze dus het zekere voor het onzekere maar vijftig rijden, is altijd beter dan een bon.

    Oh ja, wel even stoppen midden op een rotonde om een praatje te maken, of om iemand af te zetten, en dat de hele mikmak achter ze voor kilometers stilstaat is niet van belang.

    Op de vluchtstrook staan barbeques te roken als de schoorstenen van de hoogovens, de geur is geweldig, maar het idee met langsrazende auto’s een kippenpootje te nuttigen is me toch een beetje te gortig.

    ‘Voelt U dit ?’ nee ik voel niets meer leg ik de dokter uit, en dus komen naald en garen, spijkers en krammen tevoorschijn en wordt ik gerepareerd, daarna gaat er een crème op voor eventuele tropische bacteriën die wij als Europeanen niet verdragen en wordt ik de zaal ingereden.

    Net als in metropool is de gezondheidszorg, ongeacht de tegeltjes die van de muur vallen en de kozijnen die geen verf meer hebben, buitengewoon goed.

    Ik ben in goede handen, er wordt me om de dertig minuten gevraagd of ik iets voel, hoofdpijn heb, m’n knieën kan bewegen, en dat kan ik natuurlijk, en of ik geen gezichtsverlies heb, en dat heb ik ook niet.

    Ik krijg een lijst onder m’n neus geduwd, of eigenlijk, boven mijn neus want ik lig plat, en moet op een knopje drukken als ik een van de punten scoor.

    Uiterst goed voorbereid allemaal, immers kan ik heel simpel een bacterie oplopen en de op de lijst vermelde punten zijn indicatiepunten die een waarneming kunnen zijn van een bacterie die me te pakken heeft.

    Het gaat goed, de bacterie blijft weg, er wordt nog eens gekeken naar de schade, er gaat weer een cremepje op en ik mag weer sturen, met een andere panda uiteraard daar panda nummer een de geest heeft geven in een kuil ergens tussen enorme palmen en lianen, op de noordkant van het betoverende eiland.


    votre commentaire



    Suivre le flux RSS des articles
    Suivre le flux RSS des commentaires